Nieuwsbrief Kansrijke Start

De nieuwsbrief van maart staat in het teken van de conferentie Kansrijke Start die op 19 juni zal plaatsvinden. Het ministerie van Volksgezondheid organiseert samen met haar samenwerkingspartners de jaarlijkse conferentie Kansrijke Start. Het programmateam nodigt u van harte uit en hopen u op 19 juni te zien. In de nieuwsbrief leest u hoe u zich kunt aanmelden voor de save the date. Ook worden er nieuwe inzichten gedeeld door middel van onderzoek waaruit blijkt dat vooral kinderen uit bijstandsgezinnen geen kansrijke start hebben en leest u hoe een tolk in de geboortezorg het verschil kan maken voor een kansrijke start. Dit en meer leest u in onze nieuwsbrief.

Nog niet ingeschreven voor de maandelijkse nieuwsbrief? Schrijf u hier in. Op onze socials LinkedIn en Twitter delen we mooie inzichten, praktijkverhalen en meer! 

Save the date conferentie Kansrijke Start 19 juni 2023 | 09.30 – 17.00 uur

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport organiseert dit jaar samen met haar samenwerkingspartners de jaarlijkse conferentie Kansrijke Start op maandag 19 juni 2023.
Tijdens deze bijeenkomst willen wij met u in gesprek over het thema armoede in relatie tot een Kansrijke Start. Daarnaast zal er aandacht en ruimte zijn voor interactie en netwerken. Deze bijeenkomst zal fysiek plaatsvinden. Zet maandag 19 juni 2023 alvast in uw agenda!
Heeft u interesse en wilt u te zijner tijd de officiële uitnodiging met aanmeldlink ontvangen? Laat dan hier uw gegevens achter

Vooral kinderen uit bijstandsgezinnen geen kansrijke start

De aanwezigheid van hulpbronnen in gezinnen is van belang voor een goede start van een kind. In dit artikel is gekeken naar onderwijsniveau, arbeidsparticipatie, welvaart, gezinsstabiliteit en mentale gezondheid van ouders in de eerste duizend dagen. Gekeken is naar de periode van conceptie tot de tweede verjaardag van in 2006 geboren kinderen. Deze kinderen en hun ouder(s) zijn gevolgd vanaf het kalenderjaar voor de geboorte (2005) tot en met het jaar dat zij 12 jaar zijn geworden (2018). In dit artikel wordt vooral ingegaan op de periode van de eerste duizend dagen (2005 tot en met 2007). 

Vooral het ontbreken van meerdere hulpbronnen tegelijkertijd kan een risico betekenen voor de ontwikkeling van kinderen. Bij kinderen die opgroeien in een gezin met een bijstandsuitkering is bij 9 procent sprake van een opeenstapeling van vier risicofactoren. Bij kinderen in een gezin zonder bijstand is dat bij 0,2 procent het geval.

Deskundige voor dit bericht: Ruben van Gaalen

Actualisatie gegevens regiobeeld.nl/kansrijkestart

De meest recente gegevens per gemeente uit de Indicatorenset Lokale Monitoring Kansrijke start zijn nu beschikbaar op www.regiobeeld/kansrijkestart.nl . Het dashboard is in ontwikkeling. Het is mogelijk om zowel op gemeente als diverse regio-indelingen te selecteren. Binnenkort is het ook mogelijk om uw eigen regio samen te stellen door meerdere gemeenten te selecteren. Voor meer informatie: neem contact op met het RIVM via kansrijkestart@rivm.nl

Webinar RIVM 13 april 2023

Op 13 april aanstaande (10.00 – 11.15 u) organiseert het RIVM weer een (online) themabijeenkomst als onderdeel van het ondersteuningsprogramma Lerende Lokale Monitor Kansrijke Start. Het onderwerp is deze keer “Hoe monitor je de invoering van een interventie?” In de bijeenkomst presenteren we voorbeelden van het monitoren van de implementatie van interventies. Onderzoekers en projectleiders van lokale coalities die hier ervaring mee hebben vertellen ons hoe ze dit hebben aangepakt of hoe ze dit gaan inrichten. Zie de website voor meer informatie of schrijf direct in (deelname is kosteloos).

Ontwikkeling kwaliteitsstandaarden V&VN: kwetsbare geboortezorg

Kwetsbare zwangeren hebben een verhoogd risico op een ongezonde zwangerschap en een ongunstige zwangerschapsuitkomst, en later op ongunstige opgroeiomstandigheden en opvoedproblemen. Aan de basis van deze kwetsbaarheid ligt vaak een opeenstapeling van medische, psychische en psychosociale problemen, bij de vrouw, haar (ex)partner, het gezin, in de omgeving en door sociale omstandigheden. Verpleegkundigen en verzorgenden verkeren bij uitstek in de positie om deze risico’s te signaleren. Verder hebben zij een begeleidende, monitorende en coördinerende rol bij problemen, bijvoorbeeld vanuit de jeugdgezondheidszorg, de GGZ of in een ziekenhuis.

In samenwerking met verpleegkundigen, kwetsbare vrouwen en andere experts ontwikkelde TNO in dit project een richtlijn ‘Kwetsbaarheid eerste 1000 dagen’.

De richtlijn ‘Kwetsbaarheid eerste 1000 dagen’ bevat handelingsaanbevelingen voor verpleegkundigen en verzorgenden, gebaseerd op wetenschappelijk bewijs en goede praktijkvoorbeelden, ten behoeve van de zorg voor kwetsbare zwangeren en kwetsbare jonge ouders en hun kinderen in de kinderleeftijd van -9 maanden tot 2 jaar. Bekijk hier de richtlijnen

Simone Goosen: ‘Tolken maken de geboortezorg beter’

Misverstanden door een taalbarrière kunnen in de geboortezorg grote gevolgen hebben. Sinds begin dit jaar worden – na een jarenlange campagne – tolken in de geboortezorg weer vergoed. ‘Beter begrip in de spreekkamer kan levens redden’.

De cijfers zijn veelzeggend. De perinatale sterfte bij kinderen met een niet-westerse achtergrond in Nederland ligt tussen de dertig en vijftig procent hoger dan het landelijke gemiddelde (bron: RIVM Beter Weten is een begin,2020’). Ook het aantal vrouwen met migratieachtergrond dat kampt met een postnatale depressie ligt opvallend hoger, weet epidemioloog Simone Goosen, werkzaam voor Johannes Wier Stichting voor gezondheidszorg en mensenrechten. Goosen is de drijvende kracht achter de campagne Tolken terug in de Zorg, alstublieft. ‘Alle cijfers laten zien waarom het belangrijk is om de taalbarrière in de spreekkamer te overbruggen. Een zwangere expat loopt in Nederland al meer risico, voor vrouwen met een vluchtverleden zijn deze risico’s nog groter.’  Lees het interview met Simone Goosen hier