Rapportage Drijfveren, obstakels en kansrijke aanknopingspunten bij het signaleren van kwetsbare gezinnen

Onderzoek onder eerstelijns verloskundigen, jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen in Nederland

Eerstelijns verloskundigen, jeugdartsen en -verpleegkundigen spelen een cruciale rol bij het signaleren van niet-medische risicofactoren van kwetsbaarheid in de eerste 1000 dagen van het leven van een kind. Ondanks het grote belang van signaleren, zijn er nog veel verbeterpunten op dit gebied. Vanuit het actieprogramma Kansrijke Start onderzochten gedragsexperts van D&B hoe psychologische weerstanden, motieven en omgevingsfactoren het signaleren beïnvloeden. Op basis van de bevindingen zijn kansrijke aanknopingspunten voor het beter signaleren van zwangeren en jonge gezinnen in kwetsbare situaties opgesteld.

Beeld: ©-

De eerste 1000 dagen in het leven van een kind zijn bepalend voor diens latere fysieke en mentale gezondheid. Daarom is het belangrijk dat gezinnen in een kwetsbare situatie vroeg worden gesignaleerd en ondersteund. Aangezien eerstelijns verloskundigen, jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen tijdens deze eerste periode veel in aanraking komen met een gezin, spelen zij een sleutelrol in het tijdig signaleren van kwetsbaarheid. 

Vanuit het actieprogramma Kansrijke Start onderzochten gedragsexperts van adviesbureau Dijksterhuis & Van Baaren het signaleringsgedrag van eerstelijns verloskundigen, jeugdartsen en -verpleegkundigen omtrent (risicofactoren van) kwetsbaarheid. Er is hierbij onder andere onderzocht in hoeverre de zorgprofessionals op dit moment signaleren, naar welke risicofactoren zij vragen, welke obstakels ze hierbij ondervinden en hoe deze aangepakt kunnen worden. 

In hoeverre signaleren de zorgprofessionals op dit moment kwetsbare zwangeren en jonge gezinnen?

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat 62,2% van de eerstelijns verloskundigen en 34,0% van de jeugdartsen en -verpleegkundigen geen (gevalideerd) signaleringsinstrument voor het signaleren van kwetsbaarheid gebruikt. Ook blijkt dat het tussen deze beroepsgroepen verschilt welke risicofactoren van kwetsbaarheid ze in kaart brengen bij hun cliënten en dat het per risicofactor verschilt of en hoe consequent ernaar gevraagd wordt.

Welke weerstanden ondervinden de professionals bij het signaleren?

Zowel eerstelijns verloskundigen als jeugdartsen en -verpleegkundigen geven aan te weinig tijd te hebben voor consulten. Ook geven ze aan zich niet altijd vaardig te voelen in het bespreken van gevoelige onderwerpen zoals schulden en relatieproblemen. Een zeer groot deel van zowel eerstelijns verloskundigen (92,4%) als jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen (89,6%) geeft dan ook aan dat ze behoefte hebben aan bijscholing over het signaleren van niet-medische risicofactoren van kwetsbaarheid. Verder blijkt dat verloskundigen, jeugdartsen en -verpleegkundigen graag meer intercollegiaal overleg willen en overleg met kraamverzorgenden over mogelijk kwetsbare zwangeren en gezinnen. Ook staat een gebrek aan ICT-mogelijkheden een goede informatie-uitwisseling regelmatig in de weg.

Beeld: ©Rijksoverheid

Hoe kunnen we deze weerstanden aanpakken?

Belangrijke aanknopingspunten zijn dus ook scholing over niet-medische risicofactoren van kwetsbaarheid, het aanleren van gespreksvaardigheden omtrent gevoelige onderwerpen, en het invoeren van intercollegiale overleggen tussen de zorgprofessionals. Ook wordt het gebruik van een gestandaardiseerde vragenlijst die cliënten zelf in kunnen vullen aangeraden, omdat hierbij minder sociaal wenselijke antwoorden gegeven worden en risicofactoren daardoor sneller aan het licht komen.

Vervolgonderzoek

Omdat het onderzoek veel kansrijke aanknopingspunten biedt om het signaleren van kwetsbaarheid te verbeteren, verbreden we ons onderzoek de komende maanden naar professionals in de kraamzorg en gynaecologie. Wil je meer weten over de projecten? Neem gerust contact op met de onderzoekers van D&B via Lotte Spijkerman.

Bekijk de rapportage

Bekijk de factsheet Verloskundigen en factsheet JGZ